Meru National Park
Het ongerepte Meru National Park heeft een oppervlakte van meer dan 800 vierkante kilometer en bestaat uit een divers landschap van moerassen, dichte begroeiing en uitgestrekte savannen. Dit gebied is van de Meru stam, een etnische groep Bantoes die in het vruchtbare landbouwgebied in het noordoostelijke deel van Mount Kenia leven. Vanaf de kust arriveerden de Meru’s in dit gebied, dit was ergens in de 14e eeuw na invasies van Somaliërs uit het noorden. De Meru-stam bestaat uit negen substammen die elk hun eigen versie van de Kimeru-taal spreken.
Meru National Park is een stuk minder druk dan de populaire nationale parken van Kenia. Je kunt er alle dieren van de Big Five zien, vooral buffels en olifanten zijn er in grote aantallen. De neushoorns leven in een part en omheind reservaat. Je vindt hier zowel de zwarte, als witte neushoorn. De zwarte neushoorn leeft in het struikgewas en is schuw, de witte neushoorn is een grazer en gemakkelijker te vinden.
In dit park zijn veel palmbomen te vinden, dus ziet het landschap er anders uit dan je gewend bent. Het is vooral de doum palm, de peperkoekboom, die hier kan overleven door het water ver onder de grond vandaan te halen. Deze palm dankt zijn naam aan de vruchten die naar peperkoek ruiken en eruit zien als appels. De doum palm heeft ook meerdere stammen, de andere palmsoorten hebben dit niet.
Meru is de thuishaven van de Big Five, grote kuddes olifanten migreren door het park. De grote katachtigen zoals leeuwen en luipaarden zijn moeilijker te vinden. In dit gebied vind je een ander soort gemsbok, de beisa oryx. Noord Kenia is ook het leefgebied van de reticulated giraffe en de vreemd uitziende gerenoek, ook weg giraffe gazelle genoemd vanwege de lange nek. In het Meru National Park kun je verder de zeldzame Grevy’s zebra tegen komen. Dit is de allergrootste zebrasoort en te herkennen aan de smallere strepen en grotere oren. De meer algemeen bekende Burchell’s zebra leeft hier ook.
Liefhebbers van Meru Nationale Park , vallen voor de schilderachtige omgeving en de ongewone diersoorten. De Tana rivier, gelegen aan de zuidelijke grens van het park, is de grootste rivier in Kenia. Verder lopen en verschillende kleinere stroompjes door het park, dertien stuks in het totaal. Prachtige doum palmen en baobab bomen tekenen zich af tegen lucht en vormen samen met de rode grond een opvallende achtergrond voor de wilde dieren. Een andere natuurlijke attractie zijn de Adamson watervallen, vernoemd naar Joy Adamson van Else de Leeuwin. De dieren die in het Meru Nationaal Park leven, hebben zich aangepast aan de lange periode van droogte elk jaar.
De hoeveelheid neerslag is uiterst verschillend gedurende het jaar. Het grootste deel van het droge seizoen (juni tot oktober) valt er heel weinig regen. Dit verandert in oktober, wanneer de neerslag toeneemt in de aanloop naar het natte seizoen (november tot mei), wat leidt tot een piek van nat weer in april. Daarentegen is de temperatuur zeer constant. Meru ligt dicht bij de evenaar en heeft een constante temperatuur overdag van rond de 32°C.
Door het gebrek aan regen in het droge seizoen (juni tot oktober) is dit de beste tijd om naar Meru te bezoeken. Het gras groeit niet zo hard, waardoor de wilde dieren makkelijker te zien zijn en de omstandigheden zijn over het algemeen beter om door het prachtige landschap van het park te navigeren. In de nattere maanden zorgt het hoge gras ervoor dat de dieren moeilijker zijn te vinden. De olifanten vertrekken naar drogere gebieden.
Naast de meer zeldzame diersoorten, komen in Meru Nationaal Park maar liefst 300 vogelsoorten voor. Dit was ook het leefgebied van Else de beroemde leeuw uit het boek en de film “Born Free”.