Witte Leeuwen van Timbavati Game Reserve

Het Timbavati Wildreservaat ligt ter hoogte van het plaatsje Hoedspruit, ten noorden van het Sabi Sands Private Game Reserve en aan de westelijke rand van het Kruger National Park. In Xitsonga betekent de naam ‘Timbavati’ ‘de plaats waar iets heiligs vanuit de hemel naar de aarde kwam’ en dit verwijst naar de zeldzame witte leeuwen van Timbavati.
Het reservaat werd in 1956 opgericht door gelijkgestemde landeigenaren die 53,392 hectare samen voegden, tot één Timbavati Game reserve. Inmiddels zijn de hekken, die het Kruger National Park scheidden van Timbavati Game Reserve verwijderd (1993). Dieren in het wild, waaronder leeuwen, cheeta’s, olifanten en andere soorten, kunnen vrij rond lopen tussen deze reservaten.

De, in 1956 opgerichte Timbavati Association, had als doel het land terug te winnen voor het welzijn van iedereen. Ze waren samengekomen na getuige te zijn geweest van de degradatie van een, ooit ongerept, wildernisgebied. Slecht landgebruik (voornamelijk landbouw en veeteelt) had bodemerosie en vernietiging van inheemse plantensoorten veroorzaakt. Bovendien waren natuurlijke waterbronnen omgeleid door dammen, die de natuurlijke status-quo verder hadden beïnvloed. Dit had nadelige gevolgen voor het aantal wilde dieren in het gebied.

Toen de witte leeuwen van de Timbavati halverwege de jaren zeventig werden ontdekt, werden ze het onderwerp van veel belangstelling en debat. Het verhaal van de “Witte Leeuwen van de Timbavati” is verteld door verschillende mensen, waaronder Chris McBride. McBride was de zoon van Timbavati-lid Cyril McBride, die toentertijd samen met zijn broer Robert de boerderij Vlakgezicht bezat.

Leeuwen met een recessief gen, waardoor de vachten sneeuwwit zijn, verschenen in de Timbavati in 2006, na een afwezigheid van vele jaren. Hun witte vacht is niet het gevolg van albinisme, maar van een andere aandoening die ‘leucisme’ wordt genoemd, waarbij de huid wit is maar de ogen en de huid gepigmenteerd zijn. Dieren krijgen alleen een witte vacht als (1) beide ouders drager zijn van het recessieve “witte gen”; (2) de nakomelingen erven het recessieve gen van elke ouder. Als een welp van beide ouders een dominant “tawny” gen krijgt, zal de pels gekleurd zijn. Zo kan een nest zowel tawny en witte welpen bevatten.

Bekijk HIER de safari lodges in Timbavati Game Reserve